Adem
We ademen gemiddeld 12 keer per minuut, of we nu wakker zijn of slapen. In 24 uur ademen we meer dan 8000 liter lucht in en uit. Tijdens het ademen wordt er door de longen zuurstof uit de lucht gehaald en koolstofdioxide uit het lichaam verwijdert.
Waarmee ademen we
- Borstkas: de borstkas bestaat uit bot en kraakbeen en beschermt de longen. De borstkas is verbonden met de ruggengraat, schouderbladen en de ribben.
- Ademspieren: het middenrif is onze belangrijkste ademspier. Dit is een spier in de vorm van een boog. Het middenrif zit tussen de borstholte en de buikholte in.
- Luchtpijp: dit is een buis van kraakbeen. De lucht die je inademt en uitademt gaat door deze buis. De luchtpijp splitst zich in twee delen die naar de longen gaan.
- Longen: de longen liggen in de borstkas. In de longen zitten longblaasjes. De longblaasjes kunnen zich drie maal vergroten.
- Buikspieren: de buikspieren liggen over elkaar gekruist tegen de binnenkant van de buik.
Hoe werkt ademen
De ademing wordt geregeld vanuit je hersenen. Als je zuurstof nodig hebt, krijg je een seintje vanuit je hersenen. Je gaat nu inademen. Bij het inademen spant het middenrif zich en gaat naar beneden. Tegelijkertijd gaat de borstkas naar voren en de holte in de borstkas wordt groter. De longen zitten vast aan de borstkas en het middenrif, hierdoor worden de longen ook groter. De lucht stroomt nu naar binnen. Bij het uitademen ontspant het middenrif zich en gaat terug omhoog. De borstkas gaat weer terug naar achteren en de holte in de borstkas wordt weer kleiner. De longen worden nu ook kleiner en de lucht stroomt weer naar buiten.
Hoge en lage ademing
Bij de hoge ademing treedt er vaak spanning op in het keel- en halsgebied. Als gevolg hiervan kunnen de stembanden gespannen zijn. Als de stembanden gespannen zijn, kunnen ze overbelast raken en worden ze rood en dik. Hierdoor kunnen de stembanden niet goed meer sluiten. Een goede sluiting van de stembanden is belangrijk voor een heldere stem. Als de stembanden niet goed sluiten, kunnen er stemklachten ontstaan. Je wordt dan bijvoorbeeld hees of schor. De schouders, sleutelbenen en het borstbeen worden bij de hoge ademing vaak opgetrokken. Bij de hoge ademing worden alleen de longtoppen met lucht gevuld.
De lage ademing noemen we ook wel buikademing. Bij het inademen gaat de buik naar voren, bij het uitademen ontspant de buik zich en gaat terug naar binnen. Dit is een goede manier van ademen, omdat de hele longinhoud wordt gebruikt. Bij de lage ademing zijn de spieren in het keel- en halsgebied vaak ontspannen. Ook de stembanden hebben nu hun normale spanning die ze nodig hebben om goed te kunnen sluiten voor een heldere stem.
Hanzehogeschool Groningen, opleiding Logopedie 2002. W.Bruinsma, C.H. Verdoorn, M.J.E. Vos